Door: Anoniem
25 jun 2024
Op 4 juni heeft de Minister Medische Zorg gereageerd op de Kamervragen gesteld door SP-Kamerlid Sarah Dobbe. Ook heeft de VVD ons opiniestuk aangekaart tijdens een procedurevergadering. Hieronder vind je onze reactie.
Wij waarderen het zeer dat de minister aandacht heeft voor passende pijnbestrijding bij het plaatsen van een spiraal en erkent dat dit onder de bredere problematiek van vrouwelijke pijn valt. Wij zijn geschrokken van alle pijnervaringen die bij ons binnen zijn gekomen en zien dat dit probleem wereldwijd speelt, waarvan de aanpak per land verschillend is. Onze eigen resultaten over de pijnscores bij de spiraal worden nog verwacht, maar zijn in lijn met internationale wetenschappelijke studies en ervaringen van vrouwen* wereldwijd. Het is van cruciaal belang dat de impact hiervan serieus wordt genomen en dat vrouwen zich gehoord en gezien voelen in de spreekkamer.
Ook waarderen we dat de minister ons in contact brengt met het NHG en verwijst naar het kennisprogramma bij ZonMw. We kunnen bevestigen dat we inmiddels een e-mailadres hebben gekregen en vanaf daar het contact kunnen leggen. We zijn blij om te lezen dat het NHG aangeeft bereid te zijn de richtlijnen aan te passen wanneer de wetenschap daartoe aanleiding biedt.
Het NHG geeft aan dat er voor de herziening van de NHG-Standaard Anticonceptie in 2023 onvoldoende bewijs was over de voordelen en de nadelen van lokale pijnstillingsmethodes tijdens de plaatsing, zoals lidocaïne en/of prilocaïne. Wij gaan hierover graag in gesprek met het NHG, aangezien er literatuur beschikbaar was vóór 2023 over pijn bij de spiraalplaatsing en pijnbestrijding opties. Huisartsen hebben bijvoorbeeld in 2015 in het blad Huisarts & Wetenschap geschreven dat lidocaïnegel verlichting kan bieden.
Wij zien voldoende aanknopingspunten in de internationale literatuur om methodes als lokale verdoving serieus te overwegen en zijn benieuwd naar hoe NHG dit ziet. Meerdere studies tonen aan dat lokale pijnstilling verlichting biedt en laten zien dat de pijnscores bij controlegroepen, die geen lokale verdoving hebben gekregen, vrij hoog zijn.
We kijken uit naar goede gesprekken met huisartsen waarbij we bovenstaande punten kunnen bespreken en hopen dat deze contacten zullen leiden tot concrete acties en verbeteringen in de pijnbestrijding bij het plaatsen van een spiraal. Uiteraard moeten de risico’s van elke pijnstillingsmethode worden afgewogen, maar het welzijn van de patiënt moet altijd voorop staan.
Daarnaast willen wij benadrukken dat spiralen ook door gynaecologen of in abortusklinieken worden geplaatst, waar meer pijnbestrijdingsopties voorhanden zijn, helaas wel op eigen kosten. Wij bespreken graag met huisartsen, andere beroepsgroepen en relevante partijen hoe we deze verschillende opties zo goed mogelijk (financieel) kunnen faciliteren en hoe we bekendheid kunnen geven aan de verschillende opties. Wij zijn het namelijk niet eens dat de plaatsing van een spiraal altijd pijnlijk hoeft te zijn.
Als samenleving hebben we de neiging om te denken dat intense pijn bij het plaatsen van een spiraal “erbij hoort”. Dit draagt bij aan een cultuur waarin de pijn van vrouwen wordt geminimaliseerd of genegeerd. Het is essentieel dat we deze pijn serieus nemen en erkennen dat adequate pijnbestrijding een fundamenteel onderdeel van goede zorg is.
Laten we samen werken aan een zorgstelsel waar iedere vrouw de zorg en aandacht krijgt die zij verdient. We nodigen alle betrokkenen uit om samen te komen en concrete stappen te zetten naar verbeterde pijnbestrijding en zorg rondom het plaatsen van een spiraal.
*met vrouwen bedoelen wij iedereen met een baarmoeder